God zond Zijn Zoon in de wereld

‘Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou’ (Joh. 3:17).

De kerstdagen zijn weer voorbij. Het is inmiddels 2016. Dat klinkt nog wel wat onwennig, zo aan het begin van de nieuwe jaarkring. We voelen ons op zo’n moment soms verlegen en onzeker. We hebben in onze technische wereld veel in de hand, maar wat er morgen of overmorgen of dit nieuwe jaar zal gebeuren, daar weten we niets van, alle prognoses ten spijt.

In Irak en Syrië durven de christenen nauwelijks kerstdiensten te houden uit angst voor een aanslag. In Indonesia worden nog steeds kerkgebouwen verwoest door fanatieke moslims. In Noord Korea worden vele christenen gevangen gezet en gemarteld. Het afgelopen kerstfeest is geschiedenis geworden. Is er nu vrede op aarde? Ja! Toch wel. Vrede op aarde betekent Christus op aarde. Want Hij is onze vrede. Niets loopt God uit de hand. Christus ging in, in de geschiedenis. God is de God van de geschiedenis.

God heeft de wereld lief. Dat is onbegrijpelijk. Want daar heeft deze wereld het niet naar gemaakt: Adam niet en u niet en ik niet. Integendeel: het gaat hier over de gevallen mensenwereld van Jood en heiden volgens de kanttekeningen op de Statenvertaling. Je zou alleen Gods toorn en straf verwachten. En toch heeft God deze wereld lief. De door de zonde besmeurde wereld.

God laat Zijn wereld niet los. God haat de zonde en de ongerechtigheid. Hij kan de zondaren als zondaren niet liefhebben. En toch gaat Zijn liefde uit naar de wereld. Hij is gericht op ons behoud en dat is Zijn liefde. En dank zij die onuitsprekelijk grote liefde van God kan de grootste van de  zondaren nog gered worden. Dat is het kerstevangelie voor een verloren wereld. Niemand hoeft te denken dat zijn of haar zonden te groot zijn. Gods liefde is groter. Al waren uw zonden als scharlaken, Ik zal ze maken als witte wol!

Nicodemus zal zijn oren niet hebben kunnen geloven. Hij dacht dat God alleen nette farizeeërs liefheeft. Maar Jezus zegt: Wat uit vlees geboren is dat is vlees. Alzo lief heeft God de wereld gehad, die gevallen en verloren wereld. Mensen die de duisternis liever hebben dan het licht. Wettische

Joden en zondige heidenen. Op die oneindige liefde van God wijst het eerste woordje van onze tekst: want…! Dat slaat terug op Gods gevende liefde in vers 16. We moeten het dus zo lezen dat God Zijn Zoon gezonden heeft in deze wereld uit liefde.

Nicodemus en de Joden dachten dat de Messias zou komen om de heidenen te veroordelen. Het gericht was bestemd voor de volken, die Israël onderdrukten, niet voor de Joden. Dat was een misinterpretatie van de woorden die Amos gesproken heeft over de dag des Heeren en het komende gericht. Tegenover dat Joodse exclusivisme dat zij alleen gezegend zouden worden omdat ze zo vroom waren, richt Johannes zich in onze tekst. Met nadruk zegt hij in dit gedeelte dat Gods verlossende genade niet alleen maar bestemd is voor de Joden, maar voor heel de wereld: voor iedere stam en natie en volk, dus ook de heidenen.

God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld om de wereld te veroordelen: te straffen, te richten, te verdoemen. Integendeel, Christus kwam om de wereld te behouden, te redden, zalig te maken. Het gaat bij behouden om de verlossing van de  straf en het geschenk van het  eeuwige leven, het eeuwig behoud. Het doel van de  eerste komst van Christus in deze wereld was te behouden en te brengen tot de zaligheid. Het doel van de tweede komst van Christus in deze wereld – op de oordeelsdag – is om te oordelen de levenden en de doden; dan komt Hij ten oordeel.

Knoop het in je oren, Nicodemus. Achter Gods heilsplan langs de weg van het kruis van Christus (denk aan vers 14 over Mozes, die de slang op een stang plaatste) zit als diepste grond Gods weergaloze liefde voor de wereld. Zover ging God dat Hij Zijn enig geboren Zoon zond. God gaf het liefste wat Hij had. En Hij gaf Hem over tot in de dood. En wat is het grote doel van die liefde van God? Dat Jood en heiden door Christus’ offer zouden worden gered. Het was God er niet ook nog eens om begonnen om de wereld te veroordelen. Dat bedoelt Johannes te zeggen. Huizenhoog rijst uit onze tekst omhoog: Gods weergaloze reddende zondaarsliefde.

Dat heeft Nicodemus wel even moeten verwerken. Dat had hij niet gedacht. Als leraar van de wet verwachtte hij dat de Messias de wereld in staat van beschuldiging zou stellen. Wat een

misverstand. De komst van Christus had enkel tot doel om de wereld te behouden. En het feit dat Johannes in onze tekst tot drie keer toe het woordje ‘kosmos’ gebruikt, maakt duidelijk hoe wereldwijd deze redding is.

Een groot gevaar is dat onze godsdienst gereduceerd wordt tot een vormendienst zonder wezenlijke inhoud. Je kunt heel ernstig zijn en zeker niet meedoen met de genietingen van de wereld. En toch op afstand blijven van de Heere Jezus  Christus, terwijl de eeuwigheid steeds dichterbij komt. Er zijn mensen, die lopen op een smal traject aan de rechterkant van de brede weg. Op de vluchtstrook. Maar die weg leidt ook naar het verderf. Velen gaan zo aan Jezus voorbij.

Ze weten heel goed wat er allemaal gebeuren moet, voordat je tot Jezus mag gaan en hoe moeilijk begaanbaar die toeleidende weg is. Alsof ze er zelf over gelopen hebben, maar dat is niet zo. U hebt misschien veel godsdienstige boeken gelezen en u weet precies hoe God werkt – tenminste, dat denk je dan, maar je weet het niet, want het is van horen zeggen. U weet wie er wel en wie er niet tot Christus mogen vluchten.

En als anderen vertellen hoe ze met hun zondelast tot Jezus gingen, vraagt u zich af of ze wel diep genoeg hebben gebogen. U gaat in ieder geval niet naar Jezus, want daar is meer ontdekking voor nodig en dat is Gods werk. U vraagt wel serieus drie keer per dag om een nieuw hart, maar de Heere heeft het u nog steeds niet gegeven. En als de evangelieboodschap tot u komt en de nodiging: ‘Mijn zoon geef Mij uw hart’, zegt u: dat kan een

mens niet, we zijn onmachtig. Het is maar voor enkelen en zeker niet voor iedereen bedoeld. Eigenlijk gelooft u niet dat Christus alleen gekomen is om de wereld te behouden. U waarschuwt tegen aangepraat geloof en bent er bang voor om met een ingebeelde hemel naar de hel te gaan. U kijkt naar het juichend christendom en bent eerlijk onbekeerd. Een Jezus van vijf letters is niet genoeg. En dat is nog waar ook, maar zo loopt u zelf ook op de brede weg, al is het aan de rechterkant ervan. En straks is het eeuwigheid.

Gods evangelieroepstemmen laat u niet tot u doordringen, want dat is toch maar uitwendig. Pas als de Heere u inwendig roept, zult u zich laten leiden. En dat moet God doen, want wij kunnen toch niet geloven. Dat kan alleen door de werking van de Heilige Geest. En als Die gaat werken, nou dan komt het wel goed. En de schuld van het niet willen geloven drukt niet. En dat u zo God op Zijn liefdehart trapt, ziet u niet. En zo hebt u zakken vol argumenten om op de brede weg te blijven. Vrome en rechtzinnige argumenten, Maar je loopt wel aan het kruis voorbij en eindigt in het eeuwig verderf.

Geloof toch het woord van de tekst: God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar om de wereld te behouden. De wereld… dus ook u! Kerstfeest predikt ons dat we ellendig zijn en dat we ons moeten spoeden naar het kruis. Jezus staat voor u in het kleed van Zijn beloften. Hij kan en wil uw ogen openen voor uw schuld en verlorenheid, maar Hij wil u ook laten zien Wie Hijzelf is: de verlosser, die zondaren zalig maakt; mensen, die liggen in de geestelijke dood. Weet u wanneer alles anders wordt in uw leven? Als u gelooft wat de tekst zegt: Hij kwam om de wereld te behouden. Nicodemus heeft het geleerd en de Heere wil het ons ook leren, maar dan moeten we wel onze eigenwijsheid afleggen.

Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld veroordelen zou. Niet om te verderven, maar om te behouden. God wilde deze wereld niet zomaar aan haar lot overlaten na de zondeval. Hij laat niet varen het werk van Zijn handen. Zoals God in de geschiedenis van Jona bewogen is met de goddeloze stad Ninevé, zo is Hij ook bewogen met deze wereld. En dat terwijl er gevloekt wordt en gelasterd – en dat is gruwelijk, dat snijdt God bij wijze van spreken door merg en been. En toch is God in ontferming over deze wereld bewogen. Hij heeft deze wereld nog niet afgeschreven. Het staat in de Bijbel. Hij zond Zijn Zoon in een wereld verloren in schuld… om te redden.

Denk niet te klein van Gods liefde. De liefde van de Vader, Die Zijn Zoon gaf. De liefde van de Zoon Die naar deze wereld kwam. En de liefde van de Geest Die ogen en harten opent voor Christus om zo te mogen delen in Gods eindeloze liefde.

Wij hadden niet om Hem gevraagd. God heeft Hem beloofd en gezonden. De oorsprong ligt in Gods welbehagen, in Zijn eeuwige liefde. God had lief, toen wij nog zondaars waren, toen wij Hem nog niet lief hadden. Hij nam het initiatief. Wij hadden alleen maar schuld en zonden, maar God zond Zijn Zoon om die schuld te betalen. Wij waren opstandig en vijandig, Maar Jezus gaf in Zijn reddende liefde Zijn leven voor Zijn schapen.

Als je dat ziet, en je wordt zo door de Geest gebracht bij de kribbe van Bethlehem om Hem met de herders te aanbidden, dan beleef je iets van de hemel op aarde: grote blijdschap. De schuld drukt niet meer en vrede vervult je hart. O Heere, dank U voor Uw onuitsprekelijke Gave. Want de Geest leidt niet alleen verslagen en verbrijzelde zondaars naar de kribbe, maar ook naar het kruis. Naar die schuldovernemende Borg aan het vloekhout. En daar buigt u aan Zijn voeten om te belijden: ‘Mijn Heere en mijn God’. God zond Zijn Zoon als een geschenk van Zijn  eeuwige liefde.

ds. C.G. Vreugdenhil