Het profetische woord

“En wij hebben het profetische Woord…”  (2 Petr.1:19a)

Wij kennen allemaal wel die drie bekende kleine zinnetjes, die bij iedere Reformatieherdenking uitgesproken worden. Sola gratia (uit genade alleen), sola fide (door het geloof alleen) en sola Scriptura (de Schrift alleen).

Je zou wat dat laatste zinnetje betreft zelfs kunnen zeggen dat de Bijbel in de Reformatie weer opnieuw is ontdekt. Niet dat de Bijbel er toen niet was, want die is er altijd geweest.

Maar de Kerk en de traditie en de theologen heersten over de Schrift. En toen is het de kracht van de Reformatie geweest, dat de Bijbel zelf weer aan het woord kwam.

Heel die stolp van kerkleraars, traditie en kerkelijke besluiten, waardoor de Bijbel in een bepaald licht was komen te staan, werd door de Reformatie verbrijzeld, zodat het Woord echt weer worden kon “een kracht Gods tot de zaligheid” voor een iedere, die gelooft.

Wij hebben het profetische WoordÖ! Wij hébben! Dat is krachtige taal. Dat wordt in onze tijd hoe langer hoe meer een uitzondering: wij hébben! Je mag immers niet zomaar doen alsof je de waarheid in bezit hebt. Hooguit mag je zeggen: we zijn op zoek naar de waarheid. En misschien hebben we er wel iets van ontdekt. Maar ‘wij hebben’ klinkt velen te stoer in de oren. Daarom is het geloof van velen zo zwak, als je dat tenminste nog geloof kunt noemen.

Wij belijden met Petrus ons geloof in de onfeilbaarheid van de Schrift. Wij hebben van God gekregen het profetische Woord. En dat is zeer vast. Heilige mensen Gods van de Heilige Geest gedreven, hebben ze gesproken (vs. 21).

Wij hebben het Woord. Wij! Dat geldt ten diepste heel de gemeente die naar Gods naam is genoemd. Het door God gegeven, overgeleverde en via mensen gesproken Woord is geloofwaardig en betrouwbaar. Wat een kostbaar bezit! Voor ons zelfs nog meer dan voor Petrus, want voor hem was ’t slechts het Oude Testament, maar voor ons tevens het Nieuwe Testament.

Wij hebben het profetische en het apostolische Woord, het belofte Woord en het vervulde Woord. De kanttekening legt het profetische uit als het

Woord ‘dat van de kracht en de komst van Christus overvloedig getuigt’.

Is het niet een groot wonder dat wij dit Woord hebben? Waarom wij wel en zovele miljoenen in de heidenwereld niet? Waarom wij wel en zovele miljoenen binnen het geseculariseerde christendom niet meer? Het Woord is ze ontnomen. Het in de Reformatie herontdekte Woord is de kerken weer ontnomen door Schriftkritiek en vrijzinnigheid.

We moeten niet alleen de Reformatie herdenken, maar ook uit de beginselen van de Reformatie leven. Het Woord wil geloofd worden. God zelf komt tot ons in het Woord der verzoening. En waar dat Woord opengaat, daar komen we in de tegenwoordigheid van God. Hebt u ooit gesidderd voor die heilige God? Heeft dat Woord ooit uw verdriet over de zonde getemperd bij het zien op de gekruisigde Zaligmaker en u een hartelijke begeerte gegeven om heilig voor de Heere te willen leven?

Hoe geladen is dat Woord met de opstandings-kracht van Christus! Doden worden levend! Hebt u de God van het Woord al ontmoet? Lezer(es), onze omgang met het Woord is de meest ernstige bezigheid die er bestaat. We zullen daar eenmaal ook verantwoording voor af moeten leggen. Straks staan we voor de rechterstoel van Christus, en dan zal Hij vragen: Wat hebt u met Mijn Woord gedaan? En daar, voor die rechterstoel, gelden geen uitvluchten meer.

Het Woord wil geloofd worden, voor waar gehouden worden. En het spreekt niet vleiend over ons. Het wijst ons aan hoe diep we gevallen zijn. Wat zijn we ontzettend ver bij de Heere vandaan gelopen! Maar hoe heeft God in Zijn ondoorgrondelijke zondaarsliefde de verloren mens opgezocht en in Christus Jezus een brug geslagen over die gapende kloof, die wij door onze zonden geslagen hebben. En dat zullen we allemaal beamen.

Maar is dat nu alles? We weten toch wel beter! De verzoening met God moet toegepast worden in ons hart en anders zullen we die vrede met God nooit kunnen ervaren. Hoe doet de Heere dat? Toch niet anders dan door Zijn Woord! Dat Woord is het wondere zaad van de wedergeboorte. Het maakt doden levend! En dat gebeurt als de Heilige Geest het Woord kracht bijzet. Maak die twee nooit los van elkaar: Woord en Geest.

Herkent u het in uw eigen leven? Bent u blij met dat profetische Woord, dat zo rijk en ruim van Christus getuigt? Is uw leven er door vernieuwd? Heeft u God erin ontmoet? Dan gebeurt er echt iets met ons. Dan wordt het persoonlijk doorleefde werkelijkheid.

Dan gaat het niet meer ‘over’ onze schuld, maar dan worden we zelf schuldenaar voor God.

Dan gaat het niet meer ‘over’ Christus, maar dan staat Hijzelf oog in oog voor ons en draagt Hij met Zijn Woord Zijn volbrachte heilswerk ons hart binnen door de kracht van Zijn Heilige Geest.

Wij hebben het profetische Woord! Laat dat eens goed tot u door dringen! Denk toch niet dat de Bijbel Gods eigen stem nog niet is en dat u nog wachten moet op een stem buiten het Woord en de bediening daarvan om.

Het enige wat we doen moeten is dat Woord, dat in al zijn goddelijke kracht tot ons komt, voor waar houden, geloven. Ons er niet onder verharden, maar ons erdoor laten leiden.

En als u dat doen mag, zult u het soms uitschreeuwen van pijn in uw hart, als uw laatste schuilplaatsen worden gebombardeerd en u als een strafwaardige voor God komt te staan.

Dan kunt u er niet langer meer onder uit. En dan moeten we God rechtvaardigen in Zijn oordeel over ons leven. En we erkennen onze hemelhoge schuld die God tot straf bewoog. Geen droefheid is met deze droefheid te vergelijken.

Maar er is ook een andere kant. Als we door de bediening van de Geest Gods Woord voor waar mogen gaan houden, komt het ook voor dat we

opspringen van vreugde, als Christus in beeld komt in Zijn gewilligheid en zondaarsliefde en als ons hart wordt overweldigd door Zijn ontferming. Dan wordt Hij zo uitnemend schoon, als Hij in de gestalte van het evangelie tot ons komt, dat we ons met lichaam en ziel aan Hem overgeven.

Dat is de juiste vrucht in ons leven van de omgang met het profetische Woord. Kent u die vrucht? De pijn over de zonde en de vrede met God.  Legt het Woord ook beslag op al onze levensuitingen, onze levensstijl? Als het goed is komt daar ook een reformatie tot stand! Dan blijkt de kracht van het Woord in de muziek, waar je naar luistert, in je woordgebruik, de manier waarop je je geld besteedt, waarop je met de media omgaat, je omgang met de naaste in zelfopofferende liefde en noem maar op.

Die Reformatie in ons persoonlijk leven is ook telkens weer nodig. Wij mogen dat Woord, dat ons in de Reformatie opnieuw gegeven is nog hebben.

En zeker, Gods Woord houdt stand in eeuwigheid en het zal geen duimbreed wijken, maar…indien gij u niet bekeert, Ik zal uw kandelaar van zijn plaats weren.

Ds. C.G. Vreugdenhil