VROEG ZOEKEN

‘Ik heb lief, die Mij liefhebben en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden’ (Spreuken 8:17).

Wij mensen zijn op zoek. Op zoek naar? Naar geluk. En we zoeken dat geluk, bij al ons ongeluk, in … ? De één in geld en rijkdom, de ander in het doen van goede dingen, een derde in wijsheid… Maar Christus, de Wijsheid en de Verstandigheid, zegt: je moet Mij zoeken. Want (vers 35): ‘die Mij vindt, die vindt het leven en trekt een welgevallen van de Heere’. Maar wáár moet je Hem nu zoeken? Je moet Hem zoeken waar Hij is, waar Hij komt.

In de eerste plaats moet je Hem zoeken in de kerk, onder de preek. Dit is vooral de plaats waar de Heere is, waar Hij komt, waar Hij spreekt. Er zijn veel plaatsen waar mensen over God praten, samen in de Bijbel studeren, goede boeken met elkaar bespreken, dat is allemaal prima. Maar er is maar één plaats waar God tot mensen spreekt; rechtstreeks, direct, recht op de man of vrouw af. En dat is in de kerk.

Hij komt in de tweede plaats, tot ons in de kerk door Zijn Woord. En ook op andere plaatsen komt het Woord van God tot ons: zoals op de catechisatie, thuis bij het Bijbellezen of op school bij het luisteren naar het Bijbelverhaal. Dan en daar moet je Hem zoeken. Dan is Hij heel dichtbij. Daar is de Heere, in Zijn Woord.

Zo komt Hij tot ons. Maar we kunnen, in de derde plaats, ook naar Hem toegaan. Door het gebed. Je kunt de Heere zoeken door te bidden. Niet alleen aan tafel of voor je naar bed gaat. Maar vooral door tijden te kiezen van stil zijn voor God. Tijden waarin je bidt, tijden waarin je naar de Heere vraagt, tijden waarin je de Heere aanroept. Tijden waarin je stilletjes je knieën buigt voor God en zegt: Heere, bekeer me toch. Vergeef toch mijn zonden, en geeft U mij alstublieft een nieuw hart? Je kunt de Heere zoeken door te bidden. Door in je huis of op je kamer een vaste plek te hebben, waar je Hem zoekt. Zoals Daniel niet alleen vaste tijden had, maar ook een vaste plaats. Daar bad hij drie keer per dag op zijn knieën.

Maar wannéér moet je Hem nu zoeken? De tekst zegt: vroeg, maar je kan ook lezen: ernstig. Je moet de Heere vroeg zoeken. Als je iets moet doen wat heel belangrijk is, dan sta je vroeg op. Als je een heel belangrijke klus hebt, dan begin je op tijd, dan komt het tenminste af. Vroeg zoeken. Waarom vroeg? Omdat er een tijd kan komen, dat je te laat bent. Je kunt, ook als je jong bent, ziek worden. Zó ziek dat je geen energie meer hebt om te denken, om te bidden en om te zoeken. En ook kinderen kunnen vroeg sterven, en dan kan je niet meer zoeken. Daarom zegt Jesaja: ‘zoekt de Heere, terwijl Hij nog te vinden is.’

Waarom vroeg zoeken? Omdat, als je klein bent, je hart nog niet zo hard is. Je hebt veel zonden gedaan, maar later nog veel meer. Je jonge hart is hard, maar later nog veel harder. En dus is het later moeilijker om de Heere te zoeken. Later ben je zo druk met je huiswerk van school. Later heb je zoveel andere dingen te doen. Later ben je druk met je vriend of vriendin. En later als je getrouwd bent, dan ben je nog veel drukker met je gezin. Later…, dan heb je geen tijd meer. Dus: nú moet je de Heere zoeken. Nu heb je nog genoeg tijd om hem te zoeken. Je kunt best, als je uit school komt, eerst stilletjes naar je kamer gaan en de Heere bidden, voordat je achter je computer kruipt. Je kunt best ’s avonds na het eten eerst stilletjes bidden, in je Bijbeltje lezen en de Heere zoeken, voordat je weer andere dingen gaat doen. Vroeg zoeken.

Ernstig zoeken. Waarom? Omdat dit het allerbelangrijkste van je leven is. Voor nu en voor straks. Want al het andere gaat voorbij. Vroeg zoeken. Ernstig zoeken. Waarom? Omdat bij Christus te vinden is: alles wat blijft. Zoals beschreven staat in vers 18-21: blijvende eer en de rijkdom, dat wat meer waard is dan het fijnste goud: ja: leven! Zoals staat in vers 35: ‘(…) die Mij vindt, vindt het leven.’

Heeft het zin om Hem te zoeken? Ja, zegt de tekst, Want wie Hem vroeg zoekt, kinderen, en wie Hem ernstig zoekt, ouderen, die zál Hem vinden.

Ds. J. IJsselstein