DE OVERWINNING IN JEZUS’ STERVEN
DE OVERWINNING IN JEZUS’ STERVEN
“En Jezus, roepende met grote stemme, zeide: ‘Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. En als Hij dat gezegd had, gaf Hij den geest’’ (Lukas 23: 46).
Jezus is op Goede Vrijdag overwinnaar en geen verliezer. Geweldige dingen zijn er op Golgotha gebeurd: op Goede Vrijdag. Jezus heeft daar, door Zijn dood, de dood gedood. Jezus heeft daar de duivel de kop vermorzeld. Hij heeft hem al zijn aanspraken op de uitverkorenen uit handen geslagen. Tot nu toe kon hij de kinderen Gods verklagen en zeggen: ‘Zij hebben geen recht op de hemel. Hun zonden zijn nog niet verzoend.’ Jezus’ verzoenend sterven is de doodsteek voor de duivel. Hij verliest zijn macht en zijn aanspraken.
Jezus overwint de duivel door plaatsvervangend voor de zonden van Zijn kinderen te sterven. Hij betaalt de losprijs voor hun vrijlating. Satan móet hen laten gaan, zonder geld en zonder prijs. Jezus heeft op Golgotha de dood overwonnen. Of zoals John Owen het uitdrukte: Hij doodde de dood door Zijn dood. Door het verzoenend sterven van Christus verliest de dood zijn macht en verschrikking. Jezus heeft de prikkel waardoor de dood kon doden, namelijk de zonde, weggenomen. Hij heeft als het ware het zwaard waarmee de duivel ons ombrengt genomen en heeft daardoor de kracht van de duivel gebroken.
Maarten Luther zegt nu van de duivel: ‘Hij kan nog wel brullen, maar hij is ten diepste een leeuw zonder tanden.’ In het eerste hoofdstuk van het Bijbelboek Openbaring zegt Jezus: ‘En Ik heb de sleutels van de hel en van de dood.’ Eenvoudig gezegd: de duivel heeft zelfs de sleutels van zijn eigen vesting niet meer. Die zijn nu in handen van Christus.
Na Goede Vrijdag volgen Jezus’ opstanding met Pasen en daarna Zijn Hemelvaart. Hij zit nu aan Gods rechterhand. Maar Hij zal terugkomen op de wolken des hemels en recht spreken over levenden en doden. In dát licht denken we op Goede Vrijdag aan Golgotha, aan Jezus’ sterven.
Jezus is gestorven om in het sterven van gelovigen dichtbij hen te kunnen zijn. Zonder Zijn sterven zou Jezus ons lijden en sterven niet kunnen begrijpen. Hij zou geen medelijdend Hogepriester kunnen zijn. Hij zou moeten zeggen: Tot hiertoe ben ik met je meegereisd, maar deze laatste hindernis moet je zelf overwinnen…
Maar Jezus kan ons veilig door de doodsjordaan leiden. Hij kent het pad dat daar doorheen leidt. Hij staat als de Ark ten tijde van Israëls doorgang door de Jordaan, midden in de rivier om de veilige doorgang van Zijn volk te garanderen. Hij kan ook in de dood de overste Leidsman en de Volbrenger van onze pelgrimsreis zijn.
Paulus schrijft in Hebreeën 2 vers 9: ‘(…) opdat hij voor allen de dood smaken zou.’ Jezus heeft de dood als het ware geproefd. Hij weet hoe bitter de dood smaakt, hoe verschrikkelijk de dood is. Dáárom kan Hij ook dichtbij zijn als Zijn kinderen sterven. De vraag is: Zul je rivier van de dood alleen moeten oversteken of ken je Jezus, de Overwinnaar van dood en graf?
‘Ja, maar daar denk ik liever niet aan. Ik denk niet aan sterven…’ We horen dit vooral jonge mensen nogal eens zeggen. Zij willen nog van het leven genieten. Dan kun je toch niet steeds bij alles denken: ik moet een keer sterven.
Het leven is ons geschonken en daar mag een mens toch van genieten… Ja, dat mag ook. Als je in je Bijbel Prediker 11 vers 9 opzoekt, lees je daar: ‘Verblijd u, o jongeling! in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen van uw jongelingschap, en wandel in de wegen van uw hart, en in de aanschouwingen van uw ogen; maar weet, dat God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het gericht.’ Verlies dit toch niet uit het oog! Ons leven staat toch in het teken van sterven en eeuwigheid. Je moet eigenlijk leven zoals je op je sterfbed zou willen geleefd hebben. Wat is dat besef aan het verdwijnen! Eeuwigheidsbesef hoort bij de Bijbelse opvoeding van onze kinderen: om hun te vertellen dat ze een ziel bezitten en een keer moeten sterven.
Met ons sterven vallen we in Gods handen. En welke handen zullen dat dan zijn? Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God? Als je onbekeerd en onverzoend in Gods handen valt; als je zondigend, spottend, God tergend, in Zijn handen valt – dan zullen dat vreselijke handen zijn. Maar ik wil u opwekken om op andere handen te zien, op de uitgestrekte handen van de stervende Jezus. Rutherford wijst erop dat Jezus met uitgebreide handen is gestorven – bereid om zondaren te ontvangen. Wijs die nodigende, uitgebreide armen toch niet af!
Jezus oefende geloof in Zijn sterven. Hij vertrouwde Zijn ziel toe in de handen van Zijn Vader. Kinderen van God, dat moet uw laatste geloofsoefening zijn. Die moet luiden: ‘Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest!’
Ds. C. Harinck
Gedeelte uit een preek die gepubliceerd is op www.prekenweb.nl