STEFANUS’ LAATSTE WOORDEN

‘En zij stenigden Stéfanus, aanroepende en zeggende: Heere Jezus, ontvang mijn geest. En vallende op de knieën riep hij met grote stem: Heere, reken hun deze zonde niet toe! En als hij dat gezegd had, ontsliep hij’ (Handelingen 7:59 en 60).

Het leven van Stéfanus loopt op een einde. Althans, zijn leven hier op aarde. Zijn rechters hebben hem buiten de poort gesleept en dan volgt de steniging. Het is een pijnlijke aangelegenheid en ook een heel beledigende dood. Maar de Heere zal genade en eer geven. Hij vervult Zijn woord, zoals Jesaja dat eeuwen geleden sprak: ‘Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken. Want Ik ben de HEERE, uw God, de Heilige Israëls, uw Heiland’ (Jes. 43: 2 en 3). Hoe duidelijk blijkt dat in Stéfanus’ leven. Wat krijgt de man Gods een rijke stervens-genade. Ze zijn ze bezig om Stéfanus dood te gooien. Dat kun je je niet voorstellen wat dat is.

Maar let op, Stéfanus gaat op dát moment bidden. Hij riep de naam van de Heere aan en hij zei: Heere Jezus, ontvang mijn geest. Hoe kan het, dat iemand dat doet in de laatste ogenblikken van zijn leven? Het is een weldaad die over Stéfanus komt. Dit gebeurt vanuit het volbrachte werk van Christus. Er loopt een lijn van deze stenigingsplek naar het in de buurt gelegen Golgotha. Daar heeft het kruis gestaan van Hem, Die geroepen heeft: ‘Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest’ (Luk. 23: 46). Vanuit dat werk van Christus, vanuit die bede van de Zoon van God, mag ook Stéfanus zich richten tot de hemel. Terwijl de hel is losgebarsten, houdt Stéfanus zijn Heere en zijn Koning over en zegt: ‘Heere Jezus, ontvang mijn geest’.

Stéfanus’ laatste woorden hebben niet alleen betrekking op zijn geest, maar ook op zijn stenigers. We lezen namelijk: ‘En vallende op de knieën, riep hij met

grote stem: Heere, reken hun deze zonde niet toe!’ Wat werkt de Heilige Geest hier krachtig. Want Stéfanus valt op zijn knieën, niet omdat hij niet meer kan, vanwege uitputting of krachteloosheid. Hij valt heel bewust op zijn knieën om te bidden.

In het uur van zijn dood smeekt hij voor zijn vijanden, voor zijn stenigers. De liefde van Christus die zijn hart vervult, doet de naaste geen kwaad. Wie zelf iets van de liefde van God in Christus heeft gesmaakt, die gunt ook de naaste de zaligheid, al gedraagt die naaste zich nog zo vijandig. Al neemt hij zelfs stenen op.

Dit waren Stéfanus’ laatste woorden. Vanaf nu is de mond van Stéfanus gesloten, want zo besluit de tekst: ‘Als hij dat gezegd had, ontsliep hij.’ Ontsliep hij. Dat is toch een merkwaardig woord op deze plek. Wat betekent dat? Dat betekent inslapen met de hoop, de verwachting weer wakker te worden. Nu, Stéfanus gaat inslapen met de hoop, met de verwachting, dat hij weer wakker zal worden. Het Sanhedrin verplettert Stéfanus onder een regen van stenen, maar op z’n gezicht ligt de uitdrukking van de hemelse vrede. Ontslapen in Christus, dat is ingaan in de eeuwige heerlijkheid. Stéfanus is verlost, God heeft hem welgedaan. De Heere heeft hem thuisgehaald, want als hij de laatste adem hier op aarde uitblaast, staan de engelen klaar om hem te ontvangen en te brengen voor de troon van God en van het Lam. Daar is zijn Heere, daar is zijn Koning, Die voor hem gestorven is, opdat het sterven van Stéfanus een doorgang tot het eeuwige leven zou zijn. Stéfanus is met de kroon van de rechtvaardigheid gekroond, omdat Jezus gekroond was met de doornenkroon.

Zo mag het kind van God vanuit deze geschiedenis ook moed scheppen op zijn pelgrimstocht. Pas er op die pelgrimstocht voor op dat u niet verstrikt raakt in de zonden die de welvaart van deze tijd in het bijzonder, met zich kunnen brengen. Met de wereld door één deur gaan, sluit het martelaarschap uit. Vanuit dit woord van God is het niet en/en maar is het of/of. Het Woord zegt ons duidelijk: ín de wereld, maar niet ván de wereld. Dan is er het wenkend perspectief van het Koninkrijk van God. Daar gaat het naar toe met al de heiligen Gods. Speuren we zo de einder van de tijd af of Hij komt? Maranatha, de Heere komt.

Hoe vreselijk is het om buiten deze Zaligmaker te moeten sterven. Wie zonder het bloed van het Lam voor Christus moet verschijnen, die moet voor eeuwig omkomen. En daarom, vanuit die laatste woorden die er over Stéfanus geschreven staan, klinkt de roepstem: ontwaakt gij die slaapt en staat op uit de doden en Christus zal over u lichten.

Het kruis van Christus is bepalend geweest in het leven van Stéfanus en dat is ook bepalend in het sterven van Stéfanus. Een inslapen met de verwachting wakker te worden. Dat is heengaan met Jezus in het oog en met de zaligheid in het hart. Amen.

Ds. R. Kattenberg

Gedeelte uit een preek die gepubliceerd is op www.prekenweb.nl