Jezus opzoekende zondaarsliefde

….en gaat naar het verlorene, totdat hij hetzelve vindt? (Lukas 15:4)

 

Het is een overbekend beeld dat de Heere Jezus gebruikt in Zijn preek. Een oosterse herder telt zijn kudde met honderd schapen. Eén wordt gemist. Het is afgedwaald, weg gezworven van de herder en van de kudde. En dat om eigen schuld. Arm dier. Zonder herder blijft het ronddwalen. Totdat het te pletter valt in een diepe ravijn of verscheurd wordt door een roofdier. Het is verloren.

Aangrijpend beeld van onze werkelijkheid. Zonder God en zonder Christus en hoop in de wereld, verloren. Van uit ons zelf is er niets meer aan te doen. Ontzettend. Verloren. Dat ga ik leren door het ontdekkende licht van de Heilige Geest. Daarvoor leer ik buigen: verloren. En God doet geen onrecht als Hij me in mijn verlorenheid laat liggen.

Onuitsprekelijk wonder, als de grote opzoekende goede Herder het verlorene zoekt. Hij laat de kudde achter en gaat dat ene, afgedwaalde, verloren schaap zoeken, met een bewogen, kloppend hart, vol liefde.

En de zoektocht is niet zonder gevaren… Nee, de Herder gaat dezelfde weg als het eigenwijze, domme schaap. Zo daalt Hij in de verlorenheid van mensen, om het welbehagen van Zijn Vader te verheerlijken. Hij is gekomen, de mensen in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde. Wat daalt Hij laag af om verloren schapen op te zoeken, op te rapen en zalig te maken. Hij daalt af tot in de dood, tot in de dood van het kruis. Voor verloren schapen, die vastgelopen, vuil en uitgeput en ten dode opgeschreven zijn. Hij is altijd de Eerste. Hij is steeds weer de Eerste. Door Woord en Geest trekt Hij ze. Hij zoekt en… vindt. Om ze terug te brengen in de zalige gemeenschap van Zijn Vader.

Vol liefde en ontferming draagt de herder het schaap in zijn armen en op zijn schouder. De plaats van troost, vrede en rust. En zo gaat Hij de weg terug, stap voor stap. O, die weg, die dwaalweg van de herder vandaan… Smartelijk voor de ziel. Die weg moest Hij ook gaan. Wat worden de zonden dan bitter. Wat worden Zijn armen dan zoet en zalig. Weer terug naar de schaapskooi.

De Heere Jezus is de grote Herder der schapen. Hij zoekt nog. Hebt u Zijn stem al gehoord? Dan kan het niet anders of u hebt ook gezien hoe verloren u bent. Dat gaat immers samen op? Het is verloren. Dat doorleeft u. Maar Hij zoekt nog het verlorene op, totdat Hij hetzelve vindt.

Hij wordt nog gevonden van hen, die uit en van zichzelf nooit naar Hem zullen vragen. En… mijn natuur blijft: dwaalziek. De beste plek is de schouder en de borst van de Herder. Daar is het goed. Daar is het zoet. Daar stemt u in met David: De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. (Ps. 23:1)

 

Ds. D.W. Tuinier