Gode zij dank

‘Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.’ (1 Kor. 15:57)

 

Wel vaker onderbreekt Paulus zijn betoog door een uitroep van lofprijzing en dankzegging. Dat geeft iets levendigs aan zijn spreken en schrijven. Hij is daar zelf met huid en haar bij betrokken. Hij bedenkt opeens waar een kind van God zoal aan ontkomen is.

Hij heeft het over de dood en de zonde en de wet. Daar is toch geen mens tegen opgewassen. Daar zijn we allemaal reddeloos aan prijs gegeven. Het enige dat voor ons overblijft is de totale verlorenheid.

Daarom breekt hij uit in die heerlijke dankzegging en lofprijzing. ‘Maar Gode zij dank die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus!’ Christus heeft die overwinning behaald door Zijn kruis en opstanding. Die volledige overwinning zal Hij geven op de jongste dag. Maar er staat dat Hij ons de overwinning geeft.

De overwinning over de dood (de geestelijke dood), de overwinning over de zonde (de kracht van de zonde is gebroken) en de overwinning op de aanklacht van de wet (alle overtreders zijn vervloekt). Daarover geeft Hij de overwinning, hier en nu! Wij zijn aan het strijden tegen onze lauwheid en dodigheid en tegen de zonde. Met wortel en tak wil je de zonde uitroeien in je leven. We buigen onder Gods rechtvaardig oordeel.

En we denken steeds de nederlaag te lijden, maar… in die strijd geeft Christus de overwinning! Wij zijn tegen die machten en krachten niet opgewassen, maar Christus geeft de overwinning. In de grondtaal staat: gevende de overwinning. Steeds weer, in al onze struikelingen. Steeds weer moeten we zien op Hem! Voortdurend geeft Hij de overwinning. Herkent u dat?

Weet u hoe zo’n uitroep als die van Paulus geboren wordt? Dat is geen kwestie van een permanente triomfantelijke stemming. Nee, zo’n uitroep van dankzegging en lofprijzing wordt geboren in de aanvechting. Als al de machten van het verderf op je afkomen. Daar zie je toch niets anders dan de totale verlorenheid van je eigen bestaan.

En juist daar is de overwinning van Christus. Er hoeft geen bijdrage bij van ons, wel moeten we ten bloede toe strijden tegen de zonde. En zo bidt ons doopformulier: ‘Wil ons door Uw Heilige Geest altijd regeren opdat we vroom tegen de zonde, de duivel en zijn hele rijk strijden en overwinnen mogen.’

In vers 56 gebruikt Paulus een nieuw beeld: De prikkel van de dood is de zonde, de kracht van de zonde is de wet. De dood is het gevolg van de zonde. En de wet wijst ons de zonde aan. Het doodvonnis is terecht.

Weet u waar dat woordje ‘prikkel’ op slaat? De prikkel van de dood is de zonde. De dood wordt hier voorgesteld als een gevaarlijk beest met een dodelijke angel.

Bijvoorbeeld een schorpioen, die met zijn angel (prikkel) een doodsteek toebrengt. In die angel zit vergif. Als je daardoor gestoken wordt, komt dat gif in je bloedbaan en moet je sterven.

Zo zijn wij allemaal gestoken door de angel van de dood, namelijk de zonde. En dat heeft ons allemaal bedorven. Het gif van de zonde zit als het ware in ons bloed. En daarom zijn we onderworpen aan de dood. De steek met die angel van de dood hebben we opgelopen in het paradijs. Zo zegt Paulus: de angel van de dood is de zonde. Door de zonde is de dood in de wereld gekomen en houdt de dood zijn macht over ons.

Heeft dat u nooit aangegrepen en op de knieën gebracht? Wij dragen de kiemen van de dood in ons bloed. We zijn allemaal gestoken met die giftige angel van de dood. Een wespensteek is al erg. Daar kun je nog iets aan doen met anti-prik. Maar tegen de schorpioen van de dood kun je niets doen. U zegt: O God, ik moet sterven…. En ik kan niet sterven. U leeft met die gedachte toch niet rustig verder? Paulus, hoe kun je spreken over de overwinning?

Is er dan een oplossing voor de dood? Ja, als je die angel van de dood zou kunnen uittrekken, dan zou hij ongevaarlijk worden. Daar wijst Paulus op. De dodelijke schorpioen heeft zijn angel verloren. Hoe kon dat gebeuren? Hij heeft de Heere Jezus gestoken en is toen voorgoed zijn angel kwijt geraakt voor allen die bij Hem horen.

De dood stak Jezus. De zonde van de wereld is Hem toegerekend. De wet heeft Hem veroordeeld. Hij stierf aan het kruis. Maar Hij is ook opgestaan. Daarin heeft Hij die sterke vijanden overwonnen.

Paulus komt met goed nieuws. Gode zij dank. Paulus komt met Christus. Hij bundelt alle namen samen om de onuitputtelijke rijkdom en grootheid van de Zaligmaker (Jezus) tot uitdrukking te brengen: Onze Heere Jezus Christus. Hij heeft niet alleen de dood overwonnen, maar ook de oorzaak van de dood, namelijk de zonde. Hij is Heere over de dood en over al Zijn volgelingen. Onze Heere Jezus Christus! Wie dat zegt in het geloof is Zijn eigendom. Dan ben je geborgen bij Hem. Gode zij dank.

Lezer(es) voelt u zich daarin meegenomen? Kent u die strijd tegen de zonde en de belijdenis: ik heb de dood verdiend? In onszelf zijn we verliezers, maar in Hem – verbonden met de band van het levende geloof – meer dan overwinnaars. Als u angstig wordt voor die schrikaanjagende schorpioen van de dood, zie dan op Jezus.

Vergeet toch niet dat de dood zijn giftige angel kwijt is. Jezus geeft de overwinning. Nu in de omgang door het geloof met de levende Heere en ten volle op de jongste dag. Als dan zal het woord geschieden: de dood is verslonden tot overwinning. Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft!

 

Ds. C.G. Vreugdenhil