De laatste bazuin

‘… met de laatste bazuin; want de bazuin zal klinken…’  (1 Korinthe 15:52m)

 

Als u in Israël geweest bent, hebt u vast wel eens geprobeerd om op de sjofar te blazen. De ramshoorn! Dat is best moeilijk en daar moet je geducht voor oefenen. De sjofar is een hoorn die in de joodse eredienst werd en wordt gebruikt. Normaal gesproken is het een ramshoorn, maar hoorns van andere dieren, zoals geiten, kunnen ook wel als sjofar gebruikt worden. De hoorns van runderen zijn verboden.

Maar bij voorkeur die van een ram, omdat de sjofar herinnert aan de ram die werd geofferd door Abraham in plaats van zijn zoon Izak. De traditie zegt dat de linker hoorn van deze ram is gebruikt voor het sjofar-blazen op de berg Sinaï, toen de Wet door God aan Mozes werd gegeven. De traditie zegt ook dat er op de rechterhoorn van deze ram geblazen zal worden als de Messias komt.

Op het joodse Nieuwjaar (Rosj Hasjana) wordt in de synagoge wel honderd keer op de sjofar geblazen. De laatste bazuin, de ramshoorn, wordt geblazen als de Heere Jezus wederkomt, als de doden opgewekt worden en de mensen die nog in leven zijn getransformeerd worden in de staat van onvergankelijkheid.

Straks – wie weet hoe spoedig – zal de laatste bazuin ‘bazuinen’ (letterlijk) klinken. De bazuin van het einde, de voleinding. De láátste – er zijn dus ook eerdere bazuinen. Denk aan de zeven engelen met de zeven bazuinen in Openbaring. De eerste 6 engelen kondigen het gericht aan.

In Openb.11:15 lezen we: ‘De zevende engel heeft gebazuind en er geschiedden grote stemmen in de hemel zeggende: de koninkrijken der wereld zijn geworden van onze Heere en van Zijn Christus en Hij zal als Koning heersen in alle eeuwigheid.’ Dat gebeurt bij de laatste bazuin: het koningschap van Christus komt over de gehele aarde.

In Matth. 24:31 staat dat Christus zijn engelen uitzendt met een bazuin van groot geluid om de uitverkorenen te vergaderen uit alle windstreken. En in 1 Thess. 4:16 lezen we dat de Heere Zelf met een geroep, met de stem van de aartsengel en met de ‘bazuin van God’ zal neerdalen van de hemel. Dat is de laatste bazuin.

De bazuin is in Bijbel het instrument, dat de majestueuze verschijning van God aankondigt. Denk aan Joël: ‘Blaast de bazuin, want de dag des Heeren komt, hij is nabij’ (Joël 2:1). Denk aan Zefanja: ‘De grote dag des Heeren is nabij… een dag der bazuin en des geklanks’ (Zefanja 1:16).

De oudtestamentische bazuin is de sjofar (ramshoorn). Die speelde een grote rol in Israël. Die werd ten minste voor drie belangrijke doeleinden gebruikt. Volgens de wet van Mozes moesten de priesters de bazuin in de eerste plaats blazen om het volk bijeen te roepen in een vergadering, ook als oproep voor de strijd (Nehemia 4).

In de tweede plaats werd de bazuin geblazen om het sein te geven voor het opbreken van het legerkamp en verder te trekken naar het beloofde land.

En in derde plaats werd de bazuin geblazen om de grote feesten in Israël aan te kondigen. Er is een treffende overeenkomst met onze tekst. Bij het klinken van de laatste bazuin gaan deze drie genoemde zaken volledig in vervulling.

Het volk werd bijeen geroepen voor een belangrijke gebeurtenis. De laatste bazuin is de bazuin, die voor het laatst Gods verschij­ning aankondigt als Hij voorgoed onder de mensen komt wonen. Die bazuin luidt de nieuwe bedeling in en geeft het sein voor de opstanding der doden en de verandering van de nog in leven zijnde gelovigen met het oog op hun eeuwige intocht in het Koninkrijk van God.

De gemeente uit Jood en heiden wordt verzameld voor de troon van God. Niemand zal achter blijven. Waar ze ook begraven zijn of verbrand of opgegeten door de wilde dieren. Aartsvaders en koningen, profeten en apostelen, martelaars en naamlozen. De laatste bazuin roept ze bijeen en het zal een schare zijn, die niemand tellen kan uit alle natie, geslacht, taal en volk.

De klank van de bazuin was ook een teken dat het volk het legerkamp moest opbreken en verder trekken. De laatste bazuin geeft het signaal om voorgoed op te breken. De oude tenten worden achter gelaten en de definitieve woning wordt betrokken. Alle vreemdelingschap zal vergeten worden en Gods kinderen komen eeuwig thuis in het Kanaän van de rust.

De bazuin kondigde ook de grote feesten aan. De laatste bazuin geeft het sein dat het grote feest zal beginnen. De bruiloft van het Lam breekt aan. Het feest van de vreugde en de verwondering. Eeuwige blijdschap zal op hun hoofd zijn (Jes. 35:10).

Gestoken in het nieuw, overkleed met onvergankelijkheid, zullen de bruilofts­gasten Hem liefhebben en de eer en heerlijkheid toebrengen. Ziet u de lijn? Gods pelgrims verzamelen zich, ze breken voorgoed op om Kanaän binnen te gaan en ze vieren de eeuwige bruiloft. Krijgt u er al zin in?

Paulus’ woorden klinken hier als een lied van verlangen, als een lofprijzing op Gods heerlijke toekomst. Het juicht in zijn ziel: De bazuin zal klinken! Wereldwijd hoorbaar. Als een klaroenstoot onder de adem van de aartsen­gel. Met een draagkracht en geluidsbereik dat grenze­loos is.

Als een organist het bazuinregister of de trompetten opentrekt, dan merkt u dat alleen in de kerk. Maar wat is de ruimte van de kerk vergele­ken bij de hele wereld. Als straks de aartsengel de bazuin zal blazen, dan zal de hele ruimte van leven en dood er van doordrongen zijn.

De doden in de graven zullen de stem van de Zoon van God horen. Tot in kelders en uithoeken, atoomvrije bunkers, alle windstreken, van pool tot pool. Tot aan de zee en in de zee. Tot op de bodem, want ook de zee zal haar doden geven.

Overweldigend zal het zijn. Angstaanjagend zal dat bazuingeschal zijn voor allen, die hier niet geluisterd hebben naar de bazuin van het Evangelie. In één keer zal het gedaan zijn met alle grootspraak van de mens. Die zal verstommen. De stem van wereldleiders en machthebbers, van koningen en presidenten. Maar… in onze tekst heeft Paulus hen op het oog, die de stem van de Goede Herder kennen.

Als de wereld bij het klinken van de bazuin van angst ineen krimpt, zullen al Gods kinderen vreugde bedrijven. Ze zullen verrast zijn, ook wat het ogenblik betreft, want dat weet niemand. Maar als u de Heere liefheeft, hoeft u niet te schrikken.

Integendeel. Dan mag je als Christus komt, opspringen van vreugde bij het bazuingeschal. Verwacht u Hem? Kent u de maranatha-roep? Heere kom toch spoedig. Laat het niet te lang meer duren.

Wel, Hij komt. Spoedig is Hij daar. We tellen af. De bruid zal toch verlangen naar de komst van de Bruidegom. De eeuwige bruiloft komt. En alle bazuinen van de engelen zullen niet zo overweldigend zijn als de aanblik van Christus Zelf.

Niets is ter wereld vergelijkbaar bij Zijn heerlijkheid en fonkelende schoonheid. Hij gaat al het schoon van de mensen en heel de schepping ver te boven. En we zullen Hem niet alleen zien gelijk Hij is, maar – en daar valt hier het accent op – we zullen ook zijn gelijk Hij is.

 

Ds. C. G. Vreugdenhil