De God van het Verbond

“Zij zullen u vrezen, zolang de zon en de maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht” (Psalm 72:5)

David is gekomen aan het eind van zijn leven. Veertig jaar heeft hij geregeerd. Hij heeft een veelbewogen leven gehad. Door alle oorlogen, die hij gevoerd heeft, is zijn rijk uitgebreid. Maar als zijn leven nu ten einde is, wijst hij Salomo aan als zijn troonopvolger. Voor hem maakt hij het lied van deze Psalm. Zijn geestesoog staat helder gericht op de toekomst. Hij ziet hoe Salomo de ‘ellendigen van het volk’ zal richten (vers 4) en de ‘nooddruftigen’ zal verlossen. Lees meer