De God van het Verbond

“Zij zullen u vrezen, zolang de zon en de maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht” (Psalm 72:5)

David is gekomen aan het eind van zijn leven. Veertig jaar heeft hij geregeerd. Hij heeft een veelbewogen leven gehad. Door alle oorlogen, die hij gevoerd heeft, is zijn rijk uitgebreid. Maar als zijn leven nu ten einde is, wijst hij Salomo aan als zijn troonopvolger. Voor hem maakt hij het lied van deze Psalm. Zijn geestesoog staat helder gericht op de toekomst. Hij ziet hoe Salomo de ‘ellendigen van het volk’ zal richten (vers 4) en de ‘nooddruftigen’ zal verlossen.

En dan wordt het geestesoog van de ‘man naar Gods hart’ zo verlicht dat hij in het vrederijk van zijn zoon Salomo een voorbeeld ziet van dat rijk, dat nooit meer zal ondergaan: het eeuwig Koninkrijk van Vorst Messias (vers 8). Alle aardse koninkrijken zijn tijdelijk. David zal het koninkrijk aan Salomo overlaten. Zijn naam verdwijnt. Straks ook die van Salomo. Maar het rijk van Christus is tot in eeuwigheid. In verschillende verzen uit Psalm 72 vinden we een rechtstreekse profetie van Christus. Die verzen kunnen niet op David of Salomo slaan. “Zijn Naam zal zijn tot in eeuwigheid” (vers 17). Of wat we lezen in vers 11: ” Ja, alle koningen zullen zich voor Hem nederbuigen, alle heidenen zullen Hem dienen.” Ook het tekstwoord, dat boven deze meditatie staat, wijst rechtstreeks op Christus: “Zij zullen U vrezen, zolang de zon en de maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht. ”

De Naam van Jezus Christus is eeuwig. En deze koning zal nooit zonder onderdanen zijn. Het ene geslacht gaat en het andere komt. De Koning Zelf zal ervoor zorgen dat ze Hem zullen vrezen van geslacht tot geslacht. God is de God van het Genadeverbond. Hij werkt in de lijn van de geslachten. ‘Het verbond met Abraham, Zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind’ (Psalm 105:5 berijmd). In de lijn van het Verbond wordt de kennis van Christus overgedragen van het ene geslacht naar het volgende geslacht. De Heilige Geest gebruikt daar de christelijke opvoeding voor. Daarin wordt het goede zaad van Gods Woord gestrooid. En de Heere geeft de wasdom. Hij wil het zegenen.

De Heere gaat door. Ze zullen U vrezen zolang er de zon is. Zo onwankelbaar vast staat Gods belofte.

Zo vast staat het Verbond der genade. Eerder zullen dag en nacht ophouden, dan dat God Zijn belofte niet zou vervullen. Zij zullen U vrezen zolang de zon en de maan zullen zijn. Christus gaat door met Zijn kerkvergaderend werk. Wat er ook gebeurt onder de zon, hoezeer de afval ook zal toenemen en satan rondgaat als een briesende leeuw.

Wat een pleitgrond voor ouders in hun zorg voor de kinderen en voor ambtsdragers in hun zorg voor de gemeente. Ze zullen Hem eerbiedig vrezen, zolang er zon of maan bij ’t nageslacht ten licht zal wezen, en op- en ondergaan (Psalm 72:3 berijmd).

Vreest u de Heere al? Hoe lang leeft u al onder het Woord? Hoeveel nodigingen zijn er tot u uitgegaan? Brak uw hart er onder van droefheid over de zonde en verlangen naar de verzoening met God? Hebt u de wereld vaarwel gezegd en u toegekeerd naar God en Zijn volk?

Het geheim van dat vrezen en liefhebben van de Heere is het verzoend zijn met Hem. Dan zijn je ogen open gegaan voor de nood van je schuld voor God in het licht van Zijn heerlijkheid. Je hebt iets mogen ontdekken van de gewilligheid en zondaarsliefde van de gekruisigde Zaligmaker. Je hart breekt daaronder, je gaat je zonden belijden en je vlucht met heel je verloren leven naar Hem toe. En daar in de schaduw van het kruis worden schuldige mensen in de ruimte gezet.

De kern van het vrezen van de Heere is dat je jezelf helemaal overgeeft in de doorboorde handen van de Heere Jezus Christus. Die verbondenheid met Hem door de liefde en door het geloof is de bron van het christelijk leven. Alles verandert in je leven. De liefde tot God gaat branden in je hart.

De Heere vrezen betekent dat je onder de indruk komt van Zijn heiligheid en heerlijkheid, van Zijn barmhartigheid en genade. Je krijgt respect voor Zijn grote Naam en je hele hart wordt door Zijn liefde in beslag genomen. Je wilt voor Hem leven. Zijn heilzame geboden worden je lief. Zijn dienst is een liefdedienst! Je zou al het goed van deze wereld niet meer willen ruilen voor die ‘verborgen omgang’ met de Heere en de reinigende kracht van Jezus’ bloed. Met heel je hart ga je het belijden: er is geen heerlijker dienst dan de dienst van de HEERE!

Die kinderlijke vrees en dat diepe ontzag voor de HEERE vervullen dan je hart. Van nature kennen we dat niet. Misschien wel een slaafse vrees, maar geen kinderlijke vrees. Als u die kinderlijke vrees nog niet kent, mag u alsnog buigen aan Zijn voeten en uw zonden belijden. Hij vergeeft menigvuldig.

Ds. C.G. Vreugdenhil