Een rijke bemoediging

‘Ik ben de Opstanding en het Leven’

(Johannes 11:25)

 

Jezus’ zelfgetuigenis behoort tot de bijzonderheden van het Johannesevangelie. In zeven ‘Ik-ben’-uitspraken, onderstreept Christus Zijn Zoonschap en Messiasschap. In het Grieks hebben deze uitspraken nog meer zeggingskracht omdat het woordje ‘ik’ wordt herhaald. ‘Ik, Ik ben de Opstanding en het Leven’.

De Joden in de dagen van Jezus omwandeling op aarde hebben goed begrepen dat deze manier van spreken ver gaat. Ze hebben deze uitspraken van Jezus verstaan vanuit het Oude-Testament en een verband gelegd met de Zelfbenaming van God. Wanneer Mozes naar de Israëlieten wordt gezonden en hij de Heere vraagt, wat hij zal moeten antwoorden wanneer de Israëlieten zullen zeggen: ‘hoe is Zijn Naam?’ antwoordt de HEERE: ‘Alzo zult gij tot de kinderen Israëls zeggen: IK ZAL ZIJN heeft mij tot ulieden gezonden’ (Ex. 3:14).

In de zogenaamde ‘Ik-ben’-uitspraken presenteert Jezus Zichzelf als Gods Zoon. Hij heeft deel aan het goddelijk Wezen. Hij is Gods Gezalfde, de Christus.

Daarom riepen juist deze uitspraken zoveel verzet op bij de overpriesters en de Farizeeën.

Tegenover het ‘Ik-ben’ van Jezus stond hun ongeloof. Terwijl Hij Zich openbaarde als de Opstanding en het Leven handhaven zij hun verzet. En wij? Leerden wij buigen aan Zijn voeten? Eren wij Hem in Zijn verhoging als de Opstanding en het Leven?

Bij het graf van Lazarus spreekt Jezus deze bekende woorden: ‘Ik ben de Opstanding en het Leven’. Vooral met Pasen worden deze woorden vaak aangehaald. Maar wat betekent deze uitspraak? Het mag ons niet ontgaan dat Jezus dit van Zichzelf zegt. Te midden van verdriet en rouw, ja in de confrontatie met dood en graf, spreekt Christus van opstanding en leven.

Hij maakt opstanding en leven persoonlijk. Hij zegt: ‘Ik ben’! Hij Zelf is Opstanding en Leven! Dit is Pasen. Jezus is dood geweest maar weer levend geworden. Hij leeft tot in alle eeuwigheid. Zijn geschiedenis is in de dood niet geëindigd. Zijn weg hield in het graf niet op. Zijn weg en Zijn werk zijn opstanding en leven. De dood kon Hem niet houden. Als de Opstanding en het Leven zal Hij de dagen verlengen en het welbehagen des Heeren zal door Zijn hand gelukkig voortgaan. Hij is opgestaan. Ten derden dage, met Pasen, triomfeerde Hij over dood en graf. Hij heeft de poorten van de dood open gebroken. Hij overwon degene die het geweld des doods had, namelijk de duivel. Nooit zal de dood over Hem heersen want Jezus Christus heeft het eeuwige leven! Hij kan zeggen: ‘Ik ben de Opstanding en het Leven’.

Wat betekent: ‘Opstanding’? Wat betekent: ‘Leven’? Hoe actueel zijn deze vragen. Het leven van mensen en beesten wordt immers aan alle kanten bedreigt. Euthanasie, abortus, uitroeien van beesten…het raakt de fundamenten van het leven. Schrikbarend komt in al deze ontwikkelingen uit dat de gevallen mens niet meer weet van het leven is. Maar zie wat God doet. Tegenover val plaatst Christus opstanding. Tegenover dood het leven.

De zonde heeft de val en de dood teweeg gebracht. In Adam zijn wij allen gevallen en de dood en de verdoemenis zelf onderworpen. Diep is het verderf waarin wij gevallen zijn. Nooit kan de mens in eigen kracht uit de diepe afgrond van de zonde en de dood opklimmen. Maar zie wat God nu heeft gedaan. Hij heeft Zijn Zoon gezonden. Christus daalde af in de diepten van onze verlorenheid. Om de zondeval en de dood te niet te doen, kwam Christus in de wereld. Hij raapt zondaren op uit de diepte van de val en brengt zondaren terug tot het leven. Ziet u de heerlijkheid van Christus? De gepastheid van Hem te midden van de verschrikkingen van zonde en dood?

Hij Die de Opstanding en het Leven is maakt dode zondaren levend. Doet opstaan uit de geestelijke dood. Gunt leven aan zielen. Met dat werk gaat Christus door. Nog trekt Hij zondaren uit de duisternis. Ook heden is Hij onverminderd de Opstanding en het Leven. Wat is dat tot bemoedigen van hen die het leven in eigen hand niet meer kun houden. Die belijden moeten midden in de dood te liggen. Wat ligt er in dit ‘Ik ben’ een rijke troost voor de Kerk. Want Gods levendgemaakte volk kan zo bestreden door het leven gaan. De overblijvende zwakheid, de onvruchtbaarheid van ons bestaan, de ongelovigheid van ons hart, de verdorvenheid van ons vlees, de verzoekingen van de wereld, de moeiten van het leven, de macht van de wereld…er is zoveel wat de schouders naar beneden drukt. Sla het oog op Hem. Jezus leeft. Vrees niet. Hij heeft de schuld verzoend, de dood gedood, de vijanden overwonnen, want Hij is de Opstanding en het Leven!

 

Ds. W. Harinck