Op zoek naar één ziel

Er is een Joods gezegde: Wie één enkele Joodse ziel redt, heeft volgens de Schrift een hele wereld gered. Hoeveel rijker is het Evangelie dat in het bijzonder na Pinksteren mocht worden verkondigd. Dat vanwege de offerande van één Mens, de Zoon van God, een heel volk zal worden behouden. Het was in feite een (onbedoelde) profetie van de hogepriester Kajafas: “En gij overlegt niet dat het ons nut is, dat één Mens sterve voor het volk, en het gehele volk niet verloren ga” (Joh. 11:50). Dat was profetisch gesproken: niet het hele ‘menselijke geslacht’ zal verloren gaan… Eén deel zal behouden worden, zalig worden. En daarvoor zal Eén Man lijden en sterven. Plaatsvervangend. Als Borg en Middelaar. Van Hem heeft Johannes de Doper getuigd: “Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt”. Zien… zaligmakend geloven… in Hem! Wie gaan dat doen? Dat begint al in de Vrederaad van God. Het zijn mensen Die God van eeuwigheid af heeft liefgehad. Jeremia mocht deze eeuwige liefde vertolken: “De HEERE is mij verschenen van verre tijden. Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid” (Jer. 31:3). En de Goede Herder zoekt hen op in de (genade)tijd opzoekt. Ja, ze worden opgezocht, één voor één. Deze opzoekende zondaarsliefde is zo zichtbaar in de geschiedenis van de kamerling (Handelingen 8). Filippus moest er een grote gemeente (Samaria) voor gaan verlaten. “En een engel des Heeren sprak tot Filippus, zeggende: Sta op en ga heen tegen het zuiden, op den weg die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, welke woest is” (Hand. 8: 26).

Maar kan dat wel, een grote gemeente verlaten terwijl je niet weet waar je precies naar toe moet? Ja dat kan. Als God het zegt. Dat was voor Filippus voldoende. “En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil; door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, den Gekruisigde.” (Dordse Leerregels 1: 3). Wat is de ziel van één zondaar veel waard in Gods ogen. Jezus ging er speciaal voor naar delen van Tyrus en Sidon om de Kananese vrouw Zijn weldaden te schenken. En Hij ging speciaal door Samaria om de vrouw bij de waterput te zaligen. Zo gaat Filippus op weg naar … één ziel. Luisterend naar Zijn stem. Precies op tijd, op Gods tijd, staat hij op een kruising. Er komt een wagen voorbij. In de wagen zit een machtige buitenlander, een kamerling. Dat is iemand die vanwege zijn hoge positie aan het koninklijke hof onvruchtbaar was gemaakt. Een ‘gesnedene’. Deze man was in zijn thuisland een Godszoeker geworden. Hij wilde een voor hem nog zo onbekende God aanbidden in Jeruzalem en had er een lange, gevaarlijke reis voor over. Maar in Jeruzalem wordt hem duidelijk gemaakt dat er geen toegang voor hem is tot God. De tempelpolitie houdt hem tegen. Want in de Schrift staat: “Die door plettering verwond of uitgesneden is aan de mannelijkheid, zal in de vergadering des HEEREN niet komen” (Deut. 23: 1). Een buitengeslotene… Geen plaats bij God voor een onvruchtbaar mens. We lezen niet dat de man opstandig is geworden. Integendeel zelfs. Hij keert terug maar met Gods Woord in zijn hand. Die ingespannen bestudeert hij – op een verlate weg die naar het zuiden gaat – de boekrol van Jesaja.

En dan – terwijl de kamerling het niet meer begrijpt – geeft de Heilige Geest het Filippus te kennen: ‘ga toe en voeg u bij dezen wagen’. Filippus loopt met grote snelheid op de wagen af en hoort de kamerling uit de profeet Jesaja lezen. Er komt een gesprek op gang naar aanleiding van de door hem gestelde vraag: “verstaat gij ook hetgeen gij leest?”. De man op de wagen geeft te kennen dat hij behoefte heeft aan een uitlegger. Hij smeekt (“hij bad”) Filippus naast hem te komen zitten en hem te onderwijzen. Hij is nu precies bij de kern aangekomen van het Oude Testament. De heenwijzing door Jesaja naar het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt. “En de plaats der Schriftuur, die hij las, was deze: Hij is gelijk een schaap ter slachting geleid; en gelijk een lam stemmeloos is voor dien die het scheert, alzo doet Hij Zijn mond niet open” (Hand. 8: 32). Over dat onderwijs staat er zo treffend: “en beginnende van diezelve Schrift, verkondigde hem Jezus”. En zo mag de vreemdeling uit Afrika tot het zaligmakende geloof komen. Hij wordt op eigen verzoek gedoopt en daarna lezen we zo treffend: “hij reisde zijn weg met blijdschap”. Dat is een vrucht van de Heilige Geest. Vreugde in God, blijdschap in het hart, als de Geest het verzoeningswerk van Christus gaat toepassen, gaat bekend maken aan een dorstig hart. Dan wordt het waar: “Wat blijdschap smaakt mijn ziel, wanneer ik voor U kniel”.

Al bijna twee duizend jaar na Pinksteren mag dit werk voortgezet worden. ‘Voort met het Woord”. Zaait aan alle wateren. “En gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judéa en Samaría, en tot aan het uiterste der aarde” (Hand. 1:8). Opdat mensen uit de duisternis worden getrokken tot het licht. Schapen en lammeren die moeten worden toegebracht tot de kudde van Christus. Ze mogen worden geweid in het Woord Gods en moeten worden gehoed tegen dwalingen. Daartoe mag ook het zendingswerk dat vanuit onze gemeenten mag worden gedaan, dienen. Maar ook tot ons komt de vraag vraag: waar zijn uw zonden? Er zijn maar twee mogelijkheden. Of u draagt ze nog zelf of ze zijn weggedragen door het Lam Gods. Als u ze zelf nog draagt, zoek dan toch het Lam, zoals de kamerling Hem zocht. Nu is Hij nog te vinden. In de weide van Zijn Woord. En als u Hem wel mag kennen, blijf dan dicht bij Hem. Leef met en uit dit Lam. Begeer met Paulus: “Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding en de gemeenschap Zijns lijdens, Zijn dood gelijkvormig wordende, of ik enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden” (Filipp. 3: 10-11). Om zo achter de overste Leidsman op de loopbaan te lopen “vergetende hetgeen dat achter is, en strekkende mij tot hetgeen dat voor is” en jagen “naar het wit tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus”.

 

Ds. W.A. Zondag