Met elkaar in gesprek

“En Naomi zeide tot haar schoondochter Ruth: het is goed mijn dochter, dat gij met de maagden uitgaat… en zij bleef bij haar schoonmoeder.” (Ruth 2:22-23) “Mijn dochter! Zou ik u geen rust zoeken, dat het u welga?” (Ruth 3:1b)

 

Wat is het toch een grote zegen als de familieverhoudingen goed zijn. Als de goede raad van je schoonmoeder niet wordt opgevat als bemoeizucht. Als er wezenlijke gesprekken zijn over de dingen van het dagelijks leven in het licht van het geloof.

Het is toch schitterend als je die oude Naomi tegen Ruth hoort zeggen: het is goed mijn dochter. Mooi ook als je leest dat Ruth haar goede raad opvolgt en trouw blijft op de akker van Boaz en dat ze ook trouw blijft inwonen bij haar schoonmoeder.

Het is goed mijn dochter, blijf maar op de akker van Boaz. Blijf maar op de velden van het Evangelie. Zo mogen we elkaar aansporen om de Heere te zoeken en de toevlucht te nemen tot de Heere Jezus Christus, Die, naar het woord van de apostel Paulus in 1 Korinthe 15 is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften; en ook is begraven, en Die ook is opgewekt ten derde dage, naar de Schriften (vers 3b-4).

Wat een troost is het, als je gebukt gaat onder de last van je zonden en je verlangt naar de verzoening met God, om te horen dat Jezus Zijn leven gaf aan het kruis voor onze zonden. Dat Hij de straf op de zonde gedragen heeft. Maar ook dat Hij is opgestaan en dat Hij zo de verzoening met God heeft aangebracht. Nu kan de grootste zondaar nog met God verzoend worden. En dat is toch een heerlijk Evangelie.

Laten we elkaar de raad maar meegeven, net als Naomi aan Ruth: blijf toch op de akker van Boaz. Er is geen andere Zaligmaker dan de gekruiste en opgestane Heiland. En wie in Hem gelooft, heeft het eeuwige leven. Christus is gewillig om u te zaligen en de Heilige Geest is gewillig om het geloof in uw hart te werken.

En als u verachterd bent in de genade en het zicht op de Heere Jezus bent kwijt geraakt, wil de Heilige Geest opnieuw het vuur aanwakkeren, net als bij Thomas in de ontmoeting met de levende Christus, zodat de vlammen van het geloof weer gaan oplaaien. Blijf toch op de akker van de ‘meerdere Boaz’. Hij bewijst genade aan mensen, die er vanuit zichzelf geen enkel recht op hebben.

Naomi en Ruth hadden een goede tijd in Bethlehem. Al die weken las Ruth aren op de akker van de rijke en vriendelijke Boaz. Ze behoefden niet bang te zijn, dat ze honger zouden moeten lijden. De HEERE zorgde! Ondertussen staan de gedachten van Naomi niet stil. Haar oog is open gegaan voor Gods leiding. In Zijn vader­lijke voorzienigheid heeft Hij haar schoondochter gebracht op de akker van Boaz. En Boaz is een van de lossers. Ze begint te begrijpen dat de Heere daar wat mee voor heeft. Biddend en tastend is ze daar mee bezig. Ze laat het eerst een tijdje bezinken. De gersteoogst en de tarweoogst gaan voorbij. Straks is Ruth niet meer in de gelegenheid om Boaz ongedwongen te ontmoeten. En dan zegt Naomi tegen Ruth: we moeten samen eens praten. “Mijn dochter, zou ik u geen rust zoeken, dat het u welga?”

Naomi zoekt het beste voor Ruth. Dat voelt ze aan als haar plicht. Ze zoekt ‘rust’ voor Ruth. Dat slaat niet op een rustpe­riode, waarin Ruth niet meer hoeft te zwoegen op het land, maar dat woordje ‘rust’ ziet op een vredig en geborgen leven onder de zorg van een echtgenoot, zoals ook in hoofdstuk 1:9. Boaz is de losser en Noami hoopt dat hij bereid zal zijn om het losserschap op zich te nemen. Ze hoopt dat hij niet alleen het verkochte land zal lossen, maar ook dat hij Ruth zal trouwen. Na alle goede dingen, die Ruth mocht ontvangen van Boaz is ze toch altijd nog een Moabietische gastarbeidster en in de praktijk afhankelijk van de armenzorg. Boaz heeft haar wel ‘zijn dochter’ genoemd en een plaats gegeven aan de maaltijd, maar uiteindelijk staat ze nog helemaal voor eigen rekening. Rust is er pas vol­gens Naomi als Ruth de wettige vrouw van Boaz is.

Wat fijn als er in huis zo’n vertrouwelijke open sfeer is als bij Naomi en Ruth. Dat je met elkaar overlegt en raad vraagt. Wat een zegen ook als anderen, die er meer van geleerd hebben je goede raad kunnen geven. Goed ook om over het geeste­lijk leven met elkaar te spreken. Naomi is een mooi voor­beeld van wat we wel eens noemen een ‘moeder in Israël’. Je ziet hier ook hoe spontaan Ruth van alles en nog wat vertelt aan Naomi.

Weet u ook wat er omgaat in het hart van uw man, uw huisgeno­ten, uw kinderen, als u die heeft? Spreek met elkaar over de dienst van God. Openheid op dit gebied is zo waardevol. Dan kun je ook met elkaar meeleven. Je weet met welke vragen de ander loopt. Je moet zelf uiteraard ook daarvoor openstaan en meedoen. Het gesprek met elkaar in ontspannen sfeer bevordert ook het weder­zijds begrip voor elkaar.

Leef mee in de gewone dingen: studie, beroepskeuze, interesses, verkering en dergelijke. Ruth heeft voor Naomi niets te verbergen. Naomi leeft in alles mee. Haar levenservaring komt goed van pas. Op een fijngevoelige manier wijst ze Ruth op iets. Ruth spreekt namelijk over ‘de jongens’ van Boaz, maar Naomi antwoordt dat ze met ‘zijn maagden’ moet meegaan. Geen omstandig verhaal, maar een fijnge­voelige wenk. Hoe gemakkelijk breng je jezelf in opspraak. Hoe gauw is je goede naam verloren. Zoiets kun je aankaarten als de sfeer in huis open is. Wat zou u vandaag aan uw huisgenoten kunnen vertellen vanuit de ontmoeting met de Heere?

Ds. C. G. Vreugdenhil